Geldermalsen, 15 maart 2021
Dag Jan,
Onze briefwisseling is een paar maanden geleden stil komen te liggen nog voordat ze eigenlijk begonnen was. Er gebeurde iets in ons leven wat alle aandacht opeiste. Onze moeder werd ziek en overleed. We moesten met elkaar uitvinden hoe je zoiets doet, afscheid nemen van de laatst overgebleven ouder. En vooral van het ouderlijk huis. Dat hebben we volbracht. Het was goed.
Over die periode is veel te zeggen en dat zal nog wel gebeuren. Dat heeft wat verwerkingstijd nodig.
Ik heb mijn schrijfproject weer opgepakt. Zoals je weet heb ik mezelf tot doel gesteld om een theatertekst te schrijven. Het project is onderdeel van een breder artistiek onderzoek naar lijden en omgaan met lijden en hoe daar vorm aan te geven. Ik heb de uitdaging op me genomen om een autobiografische theatertekst te schrijven. Vooral omdat het onontgonnen terrein is. En omdat het me direct confronteert met de vraag wat de waarde is van zelfonthulling voor een ander.
Meteen al bij de start liep ik vast. Het idee dat ik mezelf als uitgangspunt zou nemen voor een theatertekst blokkeerde al mijn creativiteit. Mijn leven kwam me voor als oninteressant en hoogst persoonlijk. Niet de moeite waard om met een publiek te delen en te specifiek om voor de ander herkenbaar te zijn. Dat het deelbaar en inleefbaar moet zijn voor een ander is dus kennelijk belangrijk voor me. Wat me ook tegenhield was de aard van de gedachten die ik over mezelf heb. Ik denk over mezelf in een soort oer-gedachten, samengebalde beelden die eerder lichamelijk dan visueel of verbaal zijn. Deze innerlijke beelden zijn niet zomaar naar een communiceerbare vorm te vertalen. Tenminste niet zoals ik het me voorstel, in een samenhangend verhaal. Want dat vind ik kennelijk ook belangrijk. Dat het een samenhangend verhaal is. De chaos bedwongen.
Voor dit moment besluit ik om er maar met een boog omheen te lopen, om deze onoplosbare vragen. Ik concentreer me op het thema van de tekst. Waar moet het over gaan? Wat is het lijden in mijn leven? Ik sla nu even al de uren over die ik er aan besteed heb om tot de essentie te komen van hoe ik mijn lijden ervaar. En val meteen binnen met het woord dat voor mij op dit moment alles samenvat. Het is een Engels woord: atonement. Ik ervaar mezelf als iemand die iets goed te maken heeft. Niet eens voor een fout die ikzelf heb gemaakt, maar voor de fouten van een ander. Over het woord fout zal ik later nog nadenken, maar voor nu voldoet het. Ik word niet aangewezen als schuldige, maar toch moet ik boeten. Ik draag een zware last van schuld met me mee die zich in de loop van de generaties voor mij heeft opgebouwd. En het voelt als een serieuze verantwoordelijkheid om die last van me af te leggen, om het verder opbouwen van schuld te stoppen en om het geleden leed te helen.
Het lijkt wel een Griekse tragedie.
Tal van beelden dringen zich aan me op nu ik dit woord atonement aan het onderzoeken ben. Er zijn veel bijbelse beelden natuurlijk. Het Lam Gods, Christus aan het Kruis. Die beelden roepen vooral woede in me op. De gedweeheid, de gehoorzaamheid waarmee ik geacht word de schuld van anderen op me te nemen. Gaat het uiteindelijk daarom in het geloof? Dat ik aanvaard? Dat ik buig? Dat ik schik? Van de weeromstuit ga ik googelen op feministische theologie. Is er een ander perspectief mogelijk op de lijdende Christus. Ik heb nog geen antwoord gevonden.
Is er überhaupt een verschil tussen een mannelijk en een vrouwelijk of queer perspectief op dit thema?
Wat me ook meteen bezig houdt is de uitbreiding van deze persoonlijke ervaring naar een sociale of politieke context. Zie ik ontwikkelingen om me heen die ik vanuit het perspectief van boetedoening kan bekijken? De klimaatcrisis komt als eerste naar voren . Behoor ik dan tot de generatie die de schuld doorgeeft aan mijn kinderen? Ik zie ook gevolgen van kolonisatie. Ik zie kindermisbruik. Ik moet ook denken aan de Vlaams/Belgische geschiedenis. Het lijkt wel of het in onze genen zit om met gebogen schouders te lopen.
Zo ben ik begonnen. Mijn allereerste gedachten over waar de theatertekst over moet gaan. Over de vorm is natuurlijk ook nog veelte denken. Ik realiseer me dat de kans klein is dat ik tot een samenhangend verhaal zal komen. En dat het misschien niet slecht is om dat idee van orde bedwingt chaos wat los te laten. In ieder geval voor nu. Eerst maar even uitwaaieren. Ik ben benieuwd wat jouw gedachten zijn bij dit thema.
Lieve groet,
Greet